TNO stelt op basis van onderzoek dat het bevestigen van zonnepanelen op een panlat of op het dakbeschot (wat veelal bij woningen gebeurd) risicovol is omdat de panlat en het dakbeschot geen constructieve onderdelen van het dak zijn. De krachten die daardoor optreden door het eigen gewicht of de windbelasting van het zonnepaneel kunnen dat niet aan. Dit kan volgens TNO leiden tot schade en onveilige situaties waarbij er delen van het dak kunnen vallen. TNO adviseert huiseigenaren en bouwbedrijven om bij de montage van zonnepanelen alleen een montagesysteem te (laten) gebruiken dat direct of indirect aan het constructieve deel van het dak wordt bevestigd. Deze veilige alternatieven zijn in de markt beschikbaar.
De sterkte en kwaliteit van panlatten zijn vaak niet bekend en zijn volgens TNO uitsluitend geschikt voor het dragen van dakpannen. Het bevestigen van relatief zware zonne-energieproducten, waarbij de belasting vaak geconcentreerd aangrijpt, levert een groot risico op het breken van de lat. ‘Panlatten zijn over het algemeen met nagels bevestigd aan de tengels. Ook die verbinding is niet berekend op de andere krachten dan het dragen van pannen, ook al zijn de tengels zelf goed bevestigd aan het constructieve deel van het dak. Afhankelijk van het soort dakbeschot kan of mag aan het dakbeschot(of plaat) geen directe sterkte worden ontleend. Bij een massiefhouten dakbeschot is dit geen probleem. Echter bij een dakbeschot van spaanplaat of een ander plaatmateriaal, is het zeer twijfelachtig of deze de extra belasting kunnen dragen’, aldus TNO.